18 september 2022

KORT VERHAAL: Surprise!


Met haar tas en laptop in de ene hand, daaroverheen een jas gedrapeerd en haar telefoon en sleutels in de andere, staat Emmi beneden in het trappenhuis. Haar blonde sluike haar verwilderd van de wind om haar gezicht heen. En geen handen vrij om het te fatsoeneren. 
Ongelukkig kijkt ze naar boven en vervloekt ze zichzelf omdat ze niet nog even op haar werk naar de wc is gegaan, maar na zo’n rotdag vol nutteloze vergaderingen, op haar verjaardag notabene, wilde ze gewoon zo snel mogelijk naar huis. Wist zij veel dat er een weg afgesloten was en ze in een kilometerslange file terecht zou komen. Wat ze niet tegen haar vriend gaat zeggen, aangezien hij haar er dan weer fijntjes op kan wijzen dat ze vooral van A naar Beter zou moeten bekijken voor ze op pad gaat. Zelfs als het om de route gaat die ze vijf dagen per week maakt. 

Het appartement van haar vriend Thomas ligt op de vierde verdieping van de portiekflat en de lift is al bijna twee weken kapot. Nou is ze eigenlijk niet zo’n fan van die lift, waarin een permanente pislucht hangt en je je door de krakende geluiden eigenlijk iedere keer afvraagt of je wel op de juiste etage terecht komt, maar vandaag had ze dat graag voor lief genomen. 

Wat zal ze blij zijn als de sleutel van hun eerste huisje samen krijgen. Nog een paar weken en dan kunnen ze eindelijk weg uit dit krot. Hoewel dit Thomas’ eerste eigen huisje is en ze er al praktisch in samenwonen, hebben ze nu een huis samen gekocht. Op de begane grond. 

Zuchtend begint Emmi aan de eerste trap. Dat gaat nog niet zo makkelijk, want ze moet echt heel nodig naar de wc. Ze blijft bovenaan de trap zelfs even staan om met haar benen gekruist haar blaas dicht te houden. Wat is het leven van een baby dan eigenlijk makkelijk. Die wordt naar boven gedragen en onderweg kan hij gewoon alles al laten lopen. Heerlijk. 

Na nog een paar keer diep adem halen begint ze aan de volgende trap. ‘Kom op,’ spreekt ze zichzelf toe, ‘na deze ben je al op de helft’. 

Halverwege de tweede trap overweegt ze Thomas te bellen om te vragen of hij haar spullen wil komen halen en de voordeur en de wc-deur vast open wil zetten, maar ze gaat er vanuit dat hij nog niet thuis is, aangezien het zelfs voor een vrijdag nog best vroeg is. 

Halverwege de derde trap raakt Emmi echt een beetje in paniek. Ze vraagt zich af hoe raar het zou staan als ze nu gewoon even aanbelt bij een van de mensen op de derde verdieping om gebruik te maken van hun toilet. Ze heeft hen in de afgelopen maanden slechts een paar keer gezien en gedag gezegd. Het waren niet perse hartelijke mensen. En eerlijk gezegd zagen ze er ook niet bijster fris uit. Oké ze gaat door. Voetje voor voetje, trede voor trede. Lang zal ze leven-zingend, want misschien helpt zingen wel als afleiding.

Als ze bijna bovenaan de laatste trap is, kan ze haar geluk niet op. Ze heeft het gered! Nog twee treden en dan nog een paar stappen tot de deur en dan kan ze eindelijk haar blaas legen. Haar spullen zal ze gewoon in de hal gooien en als het lukt gooit ze de voordeur achter zich dicht, maar als dat niet lukt doet ze dat na het plassen wel. Die ene buurman aan de andere kant van het gangetje zal het niet pakken.

Door dit fijne vooruitzicht wordt Emmi weer een beetje optimistischer. Als haar blaas geleegd is, neemt ze straks lekker een bad en maakt ze zich mooi voor het geplande etentje voor haar verjaardag vanavond. Misschien lukt het haar wel om haar riem vast los te maken. Dat scheelt ook alweer. Met haar rechterhand probeert ze hem los te maken, maar verder dan het uiteinde uit het lusje trekken komt ze niet met haar telefoon en sleutels ook nog in haar handen. Die telefoon moet ik even kwijt, denkt ze. En ze laat hem onder haar jas door in haar openhangende tas glijden. Maar op het moment dat ze hem loslaat beseft ze dat ze hem ernaast laat vallen. Met een klap stuitert het ding op de trap en blijft het op de rand van de trede liggen. 

Met het stoom uit haar oren, stampt Emmi de trap weer af. Wat een rotverjaardag! Maar door haar haast en nog steeds hoge nood, let ze niet goed op en tikt ze de telefoon net zo aan dat hij verder schuift en tussen de trappen naar beneden tuimelt. Vier verdiepingen. 

En dan wordt het Emmi echt te veel. Alle frustratie komt eruit en huilend en vloekend kijkt ze over de reling. Ze maakt een overweging. Terug naar beneden om de telefoon te pakken en nog een keer naar boven gaan, om zo te zorgen dat ze haar telefoon niet kwijtraakt, maar met de kans dat ze haar plas echt niet meer op kan houden of eerst alles binnen gooien, naar de wc gaan en dan met een lege blaas naar beneden rennen en hopen dat niemand haar telefoon heeft gevonden en meegenomen. Ze besluit voor de laatste optie te gaan en ze steekt snel de sleutel in het slot. Maar zodra ze de deur opent, gaat het allemaal mis. Een luide ‘verrassing!’ laat haar zo erg schrikken dat ze haar sluitspieren niet meer onder controle kan houden. Naast haar verwilderde haren, haar behuilde gezicht en haar broek half open begint er nu ook een grote vlek in haar spijkerbroek te ontstaan. Volledig in paniek negeert ze al haar familie en vrienden en schiet ze de wc op waar ze zich opsluit en haar handen voor haar gezicht slaat. Ze heeft net in haar broek geplast voor de neus van haar familie en vrienden. Haar allerliefste Thomas heeft een surprisefeestje georganiseerd voor haar en zij komt als een soort karbonkel binnenvallen om zich vervolgens meteen op te sluiten. Ze blijft hier voor eeuwig zitten. 

Binnen een paar minuten is het weer stil op de gang en na nog een paar minuten wordt er op de deur geklopt. 

‘Lieverd?’ Het is Thomas, maar ze antwoordt niet. ‘Schat, kom op. Dat je je opsluit kan ik nog begrijpen, maar reageer dan even op m’n appjes.’ Fuck. Fuck ze was haar telefoon helemaal vergeten. Ze hoort niet meer wat Thomas verder zegt. Iets over de visite. ‘M’n telefoon is gevallen,’ mompelt Emmi, ‘hij ligt beneden.’ Ze komt omhoog en draait de deur van het slot. Als ze hem open doet, pakt Thomas haar stevig vast en geeft haar een knuffel. Dan zet hij een stap naar achteren en pakt haar hoofd tussen zijn handen. ‘Schat, wat ben je toch een heerlijke stuntelkampioen.’ Hij noemt haar al zo sinds hij Emmi pas drie weken kende. Dat zegt vast genoeg. 

‘Mijn telefoon,’ stamelt Emmy nog een keer. 

‘Wat is er met je telefoon?’

‘Die heb ik naar beneden geschopt,’ zegt Emmi met een pruillip.

‘Wat?’ Thomas kijkt haar niet begrijpend aan.

‘Niet expres. Hij viel en ik moest plassen,’ 

‘En toen dacht je, ik schop m’n telefoon naar beneden?’

‘Nee,’ Emmi stompt Thomas op zijn borst. Hij grinnikt.

‘Oké, ik ga je telefoon halen, jij gaat douchen en daarna ga je lekker genieten. Want er staat een feestje op je te wachten.’ Hij knipoogt en Emmi voelt haar knieën knikken. Iets wat altijd gebeurt als Thomas dat doet. Met zijn duimen veegt hij haar tranen weg en geeft hij een kus op haar voorhoofd. Hij laat haar gezicht los en duwt haar zachtjes richting de badkamer, waarna hij naar de voordeur loopt. Daar draait hij zich nog even om en zegt met een grijns op zijn gezicht: ‘Hé schat, zou wel ff een andere broek aan doen,’ terwijl hij met zijn vinger een cirkel rond zijn kruis draait. Emmi steekt haar middelvinger naar hem op, maar kan een glimlach niet verbergen. 


Een half uur later, een recordtijd als het gaat om douchen, omkleden en haar en make-up doen gaat, stapt Emmi de woonkamer in. 

En daar zit Thomas op één knie, met een ring in zijn handen en al haar vrienden en familie om hem heen. Haar moeder die grote ogen heeft van opwinding, haar zus en zwager die stralend met hun armen om elkaar heen naar Emmi kijken, haar beste vriendinnen die staan te jubelen met een glas champagne in hun hand. Emmi ziet ze niet eens. Ze slaat haar handen voor haar mond en de tranen springen meteen weer in haar ogen. Ze heeft alleen maar oog voor haar Thomas. Met zijn blonde lokken en gespierde lijf. Haar Thomas die haar net nog op haar lelijkst heeft gezien, die haar stuntelige kant kent en die haar, zelfs als ze mega chagrijnig is, nog aan het lachen weet te krijgen.

Dit zou zomaar toch nog haar mooiste verjaardag ooit kunnen worden. 





Dit korte verhaal schreef ik tijdens mijn cursus "Korte Verhalen Schrijven" van NHA. 

Max. aantal woorden: 1500.